Onze trainers zijn ervaren leidinggevenden die hun kennis doorgeven aan deelnemers tijdens trainingen. Op onze website schrijven we regelmatig over uitdagingen rondom leiderschap. Maar wat zijn de belangrijkste tips voor medewerkers die beginnen met leidinggeven? We zetten ze voor je op een rij.
1. Leidinggeven is een vak
Beginnen met leidinggeven betekent een nieuw vak leren: leidinggeven. Veel beginners groeien door vanuit een uitvoerende functie. Ze hebben veel ervaring, zijn goed in hun werk, hebben het vertrouwen van de organisatie gewonnen en worden daarom gevraagd voor een leidinggevende functie.
De redenen waarom je gevraagd bent voor je nieuwe functie zijn zeer waardevol in je rol als leidinggevende. Maar ze maken je helaas niet automatisch een goede leidinggevende. Daar zijn nieuwe vaardigheden voor nodig, zoals delegeren, instrueren, communiceren, motiveren en nog veel meer. Gelukkig kun je deze zaken aanleren en trainen.
2. Omarm je (nieuwe) rol
Als leidinggevende heb je een andere rol binnen het team dan de medewerkers die je aanstuurt. Je bent verantwoordelijk voor het resultaat en beoordeelt het functioneren van teamleden. Dat zorgt voor een andere teamdynamiek. Je kunt niet (meer) mee roddelen of klagen over de organisatie. Accepteer dit en bewaar gepaste afstand. Hoe lastig het soms ook is.
3. Goede communicatie is een superkracht
Met goede communicatie bereik je heel veel. Er zijn verschillende communicatietechnieken die je helpen. Hieronder enkele voorbeelden.
- Door duidelijk te communiceren begrijpen medewerkers precies wat je bedoelt wanneer je een opdracht of feedback geeft. Dat voorkomt onduidelijkheid en dat is prettig werken.
- Met effectieve instructies zorg je dat medewerkers snel aan de slag kunnen met een nieuwe taak.
- Als leidinggevende doe je er goed aan om je communicatie af te stemmen op je medewerkers met behulp van DISC. Iedereen heeft namelijk zijn eigen communicatievoorkeuren.
- Door LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) toe te passen, begrijp je wat je medewerkers vragen of vertellen en trek je geen verkeerde conclusies.
4. Kies de juiste leiderschapsstijl
Nieuwe medewerkers hebben veel sturing nodig. Ervaren vakmensen hebben juist vooral ondersteuning nodig. Door deze twee leiderschapsstijlen te kennen en in te zetten op het juiste moment, zorg je dat iedereen de ondersteuning krijgt die ze nodig hebben om productief te zijn.
5. Vertrouw in je team
Kauw niet alles voor, maar vertrouw in het kunnen van je teamleden. Het is jouw taak om ze zo goed mogelijk te begeleiden en hún taak om de werkzaamheden goed uit te voeren. Pas op voor controledrang en micromanagement. Dat motiveert medewerkers niet om (harder) hun best voor je te doen.
6. Strooi met complimenten
Uit onderzoek blijkt dat de meeste medewerkers waardering belangrijker vinden dan het salaris dat ze ontvangen. Geef als leidinggevende daarom niet alleen aan wat er misgaat, maar vooral wat er goed gaat! Vier successen en deel veel complimenten uit. Niet alleen bij grote mijlpalen, maar bijvoorbeeld ook wanneer je ziet dat iemand netjes werkt.
7. Volg een cursus leidinggeven
Zoals je in dit artikel wel kunt lezen, komen er behoorlijk wat (nieuwe) vaardigheden kijken bij het beginnen met leidinggeven. Voor een goede voorbereiding en een vliegende start is het slim om bijvoorbeeld de cursus Starten met leidinggeven te volgen, waarin je de belangrijkste kennis en vaardigheden opdoet.
8. Doe het niet allemaal zelf
Als leidinggevende is het verleidelijk om taken ‘wel even zelf te doen’. Zeker als je de kennis en kunde in huis hebt. Maar alles zelf doen is een bekende valkuil voor uitvoerend specialisten die doorgroeien naar een leidinggevende functie. Het is nu je rol om te zorgen dat het werk gedaan wordt, maar niet door jou. Delegeren is een belangrijke vaardigheid voor leidinggevenden.
9. Geef het goede voorbeeld
Verwacht je dat teamleden hun deadlines halen, op tijd komen, afspraken nakomen en het aangeven wanneer iets toch niet gaat lukken? Geef dan zelf het goede voorbeeld. Alleen dan kun je verwachten dat medewerkers het ook doen.
10. Leer van anderen
Denk eens terug aan eerdere banen en de leidinggevenden die je toen had. Wat vond je prettig aan de leiding die toen gegeven werd wat juist niet? Trek daar lering uit. Zijn er leidinggevenden binnen de organisatie waarvan je vindt (of hoort) dat ze het goed aanpakken? Knoop eens een gesprek aan en achterhaal wat hen een goede leidinggevende maakt.
