16 januari 2024

Als leidinggevende is het belangrijk om je medewerkers de aandacht en sturing te geven die past bij hun ontwikkeling. Een beproefde manier om dat te doen is door situationeel leiderschap toe te passen. 

Wat is situationeel leiderschap?

Situationeel leiderschap is het afstemmen van je leiderschapsstijl op de situatie en de behoefte van een medewerker.  

Als leidinggevende stuur je meerdere medewerkers aan. Sommige teamleden hebben bij bepaalde taken meer sturing en ondersteuning nodig, anderen minder. Door je leiderschapsstijl aan te passen, geef je iedereen precies de aandacht die ze nodig hebben om hun werk goed uit te voeren en zich te ontwikkelen. 

Voordelen van situationeel leidinggeven

Het is voor medewerkers niet prettig wanneer leidinggevenden stap-voor-stapinstructies geven bij een taak die ze al lang beheersen. Aan de andere kant is het juist fijn wanneer ze sturing krijgen bij een nieuwe taak. 

Door situationeel leiderschap toe te passen, vind je de juiste balans. 

Dit zorgt voor: 

  • meer motivatie en betrokkenheid, 
  • hogere productiviteit, 
  • en snellere ontwikkeling. 

Taakvolwassenheid staat centraal

Binnen situationeel leiderschap kun je als leidinggevende kiezen tussen vier soorten leiderschapsstijlen. De verschillende stijlen volgen elkaar op, naarmate de medewerker zich ontwikkelt en de taakvolwassenheid toeneemt.  

Met taakvolwassenheid bedoelen we de mate waarin een medewerker een bepaalde taak beheerst. Moeite met inschatten? Lees dan ons artikel ‘Hoe meet je de bekwaamheid en bereidheid bij medewerkers?’ 

Vier soorten leiderschapsstijlen

1. Instrueren

Dit wordt ook wel sturend leiderschap genoemd. Als leidinggevende neem je medewerkers aan de hand bij het uitvoeren van een taak. Je geeft opdrachten, legt uit hoe iets moet, controleert de uitvoering en corrigeert de uitgevoerde werkzaamheden. Er is weinig ruimte voor eigen inbreng vanuit de medewerker.

2. Begeleiden

Dit wordt ook wel coachend leiderschap genoemd. De basis zit wel goed, nu staat leren en ontwikkelen centraal. Als leidinggevende stimuleer je dat door de uitvoering niet voor te kauwen, maar gerichte vragen te stellen en de medewerker zo zelf tot een oplossing te laten komen.

3. Stimuleren

Dit wordt ook wel ondersteunend leiderschap genoemd. De medewerker heeft een hoge mate van taakvolwassenheid bereikt en kan zelfstandig werken. Als leidinggevende is het nu vooral jouw taak om te zorgen dat hij gemotiveerd en betrokken blijft. Je ondersteunt de medewerker bij het vinden van zijn eigen manier van werken, laat hem problemen zelf oplossen en biedt ondersteuning waar nodig.

4. Delegeren

Wanneer een medewerker volledig autonoom kan werken, hoef je taken alleen nog maar te delegeren. Je stelt doelen, geeft aan wat de kaders zijn en maakt concrete afspraken over de resultaten. Verder laat je het werk los en vertrouw je op de expertise van je medewerker. 

De juiste stijl toepassen

Om de juiste stijl te selecteren, kijk je in hoeverre een medewerker ondersteuning of sturing nodig heeft. Onderstaand schema helpt je daarbij. 

Flexibel leiderschapsstijlen inzetten

Zelfs de meest ervaren medewerkers hebben soms baat bij de eerste leiderschapsstijl. Bijvoorbeeld wanneer ze een nieuwe taak voor het eerst gaan uitvoeren. Stel je daarom als leidinggevende flexibel op en schakel terug naar een eerdere stijl wanneer de taak dit verlangt. 

Leer situationeel leidinggeven

Door situationeel leiderschap toe te passen geef je de juiste aandacht aan de juiste medewerkers op het juiste moment. Dat zorgt voor meer productiviteit en werkplezier. Wil je hier meer over leren of mee oefenen in de praktijk? Schrijf je dan in voor de training De effectieve teamleider en leer er alles over! 

Ontwikkel je team door jezelf te ontwikkelen als leidinggevende.

Ontdek de training
Training De effectieve teamleider - IMK Opleidingen