13 maart 2024

Ben je doorgegroeid naar de rol van leidinggevende en geef je nu leiding aan je oude team of ben je de nieuwe manager van een bestaand team? Superleuk! Maar ook uitdagend. In dit artikel lees je waarom en geven we je tips hoe je ermee kunt omgaan. 

Wat er allemaal verandert

Als je de stap maakt van collega naar leidinggevende, verandert er veel. Niet alleen de inhoud van je werk maar ook de relatie met je collega’s en je positie binnen de organisatie.

1. Taken en werkzaamheden

Het klinkt misschien als een open deur, maar je werkinhoud verandert. Waar je voorheen je eigen werkvoorraad had, wist wat er van je verwacht werd en samen met je collega’s verantwoordelijk was om doelen te behalen wordt je agenda nu gevuld met vergaderingen en heb je een meer coördinerende rol.

2. Positie binnen de organisatie

Als leidinggevende heb je een andere positie binnen de organisatie. Je hoort bij het management. Daardoor wordt er anders naar je gekeken. Misschien dat collega’s zich afstandelijker gedragen en je niet meer vragen naar je weekend of voor het dagelijkse lunchloopje.

3. Toegang tot vertrouwelijke informatie

Leidinggevenden zijn sneller en meer op de hoogte van de ontwikkelingen binnen en buiten het bedrijf. Soms kan dat betekenen dat je meer weet dan je collega’s en dat je dingen lange tijd niet met ze kunt delen.

4. Het goede voorbeeld

Je kent het wel: je moppert met collega’s over een veeleisende klant of moeilijke collega. Als leidinggevende kun je dat niet meer doen. Je hebt nu een voorbeeldfunctie en draagt de waarden en normen uit van de organisatie. Sterker, je kunt in de positie komen dat je je teamleden erop moet aanspreken.

5. Verantwoordelijkheden

Als leidinggevende ben je niet alleen verantwoordelijk voor de doelstellingen van het team, maar ook voor de teamleden zelf. Daarnaast ben je medeverantwoordelijk voor de doelen van de organisatie en managementbeslissingen, hoe moeilijk die ook kunnen zijn.

Al deze veranderingen vragen veel van je: ook als leidinggevende mag je je eigen fouten maken en leren. Hieronder zetten we alvast wat valkuilen voor je op een rijtje mét tips om ze te vermijden.

Pas op voor deze valkuilen (met tips om ze te vermijden)

Als je de stap zet van collega naar leidinggevende, zijn er verschillende valkuilen die je het beste kunt vermijden voor een soepele overgang.Wat doet een onboarding buddy - Valkuill - IMK Opleidingen

1. Te autoritair optreden

Natuurlijk wil je leiderschap tonen, maar vermijd een autoritaire houding. Die kan ervoor zorgen dat je team zich tegen je keert. Luister naar hun ideeën en meningen en moedig aan dat ze met je meedenken.

2. Negeren van persoonlijke relaties

Je hebt persoonlijke relaties opgebouwd met je voormalige collega’s. Doe daar recht aan: blijf geinteresseerd. Houd daarbij rekening met hun persoonlijke grenzen en voorkom dat collega’s zich ongemakkelijk voelen of onder druk gezet voelen om privé-informatie met je te delen.

Aan de andere kant wil je ook voorkomen dat je nog steeds met die ene collega blijft lunchwandelen. Dat kan de indruk wekken dat je bepaalde teamleden voortrekt. Zorg ervoor dat je iedereen gelijk behandelt.

3. Te weinig betrokkenheid bij het team

Als leidinggevende is het belangrijk om betrokken te blijven bij de dagelijkse activiteiten en uitdagingen van het team. Te veel afstand kan leiden tot een gebrek aan begrip voor de dagelijkse operatie.

Dit kun je voorkomen door bijvoorbeeld een week- of dagstart te organiseren waarbij iedereen updates, successen en uitdagingen kan delen. Zo blijf je goed op de hoogte en kun je bijsturen waar nodig.

4. Aannames doen

Doe geen aannames op basis van eerdere uitspraken of gesprekken toen jullie nog collega’s waren. De omstandigheden zijn veranderd, ga uit van een schone lei.

5. In je eentje blijven worstelen

Je kunt het gevoel hebben dat je alles in je eentje moet oplossen (“jij wilde toch zo graag leidinggevende worden?”). Bespreek met je collega’s hoe jullie als team invulling kunnen geven aan jouw nieuwe rol. Wees transparant over je uitdagingen, twijfels en je wensen voor het team. Reflecteer regelmatig (zelf en samen met je team) op jouw leiderschap.

6. De rol van leidinggevende spélen

In het begin kan het zijn dat je nog niet jezelf bent en dat je de rol van leidinggevende spéélt. Collega’s prikken daar genadeloos doorheen. Je mag leren vertrouwen op jezelf: je hebt een andere functie gekregen, geen andere persoonlijkheid.

7. Geen positie innemen

Als teamleider heb je een tussenfunctie tussen het team en het management. Dat betekent dat je niet alleen naar de belangen van je team kijkt, maar ook naar de belangen van de organisatie.

Stel: een managementbesluit heeft negatieve gevolgen voor jouw team. Voorkom dat je gaat ‘meehuilen’ en neem positie in. Leg uit dat jouw invloed beperkt is en dat organisatiebelangen soms voor individuele of teambelangen gaan. Bespreek wat zijzelf kunnen doen om als team om te gaan met de impact van het besluit.

8. Alles zelf doen

Het kan moeilijk zijn om taken los te laten, zeker als iets complex is. Als leidinggevende ben je verantwoordelijk voor de prestaties van je team, met de nadruk op ‘team’.  Jouw taak is ervoor te zorgen dat je teamleden hun werk goed kunnen doen en dat betekent dat ze moeten leren om uitdagingen zelf op te lossen. Erken hun kwaliteiten en benut ze. Zo geef je je team vertrouwen en de mogelijkheid om te groeien.

Een compleet nieuwe functie kan je onzeker maken. Onthoud dat je niet voor niets als leidinggevende bent aangesteld. Het management heeft het vertrouwen dat jij dit kunt. Dat vertrouwen mag jij dus ook in jezelf hebben. Hoe meer jij ontspant, hoe meer zelfvertrouwen je uitstraalt en hoe meer leiderschap je laat zien.

Dit maakt je een goede leidinggevende

In een nieuwe rol duurt het soms even voordat duidelijk is wat er van je verwacht wordt en wat jij van anderen mag verwachten. Denk goed na over jouw rol als leidinggevende en ga daarna in gesprek met je eigen leidinggevende en je teamleden. Wat wordt er van je verwacht, hoe zie jij dat zelf, wat zijn je taken, wat verwacht jij van je teamleden? Samen maak je zo helder hoe jij je nieuwe rol gaat invullen.

Onderstaande kenmerken van een goede leidinggevende kunnen je daarbij helpen.

Een goede leidinggevende:Effectief leiderschap - IMK Opleidingen

  • kan strategisch denken en heeft een toekomstvisie voor het team en het bedrijf,
  • heeft goede communicatieve vaardigheden,
  • kan motiveren, stimuleren en enthousiasmeren,
  • heeft empatisch vermogen (kan zich inleven in anderen),
  • ziet de kwaliteiten van anderen en erkent die,
  • maakt gebruik van de diversiteit van de medewerkers,
  • stimuleert een goede samenwerking,
  • coacht en begeleidt medewerkers en geeft constructieve feedback,
  • is flexibel en stressbestendig,
  • kan goed besluiten nemen, ook onder druk,
  • is transparant en integer,
  • kan doelen stellen en resultaten behalen.

Best een lange lijst, hè? Focus je vooral op hoe jij je rol wilt invullen en wat jij belangrijk vindt. Niemand is perfect en ook als leidinggevende blijf je jezelf ontwikkelen.

Leer leidinggeven

Een vak moet je leren, leidinggeven dus ook. En daar kunnen wij je bij helpen. Bijvoorbeeld met de cursus Starten met leidinggeven. Als beginnend leidinggevende komt er veel op je af. Vragen waar veel nieuwe leidinggevende mee worstelen zoals ‘Hoe maak ik de stap van collega naar leidinggevende?’, ‘Hoe krijg ik alle neuzen dezelfde kant op binnen mijn team?’ en ‘Hoe voorkom ik demotivatie bij mijn werknemers?’ worden tijdens deze cursus beantwoord.

Bereid je voor op jouw nieuwe rol als leidinggevende. Volg dé cursus voor beginnende leidinggevenden.

Ontdek de cursus
Wat doet een stagebegeleider - IMK Opleidingen