29 april 2025

Iedereen heeft weleens een mindere dag. Maar wat als het gedrag van een medewerker structureel onprofessioneel, negatief, ondermijnend of ronduit onbeschoft is? Dan is het aan jou, als leidinggevende, om in te grijpen. Voordat het de werksfeer of resultaten om zeep helpt. 

Negatief gedrag op de werkvloer

Een negatieve houding van één medewerker kan het hele team ontregelen. Collega’s raken gefrustreerd, de sfeer verslechtert en de kwaliteit van het werk gaat omlaag. Onprofessioneel gedrag is niet alleen vervelend. Het kost ook tijd, energie en uiteindelijk vaak geld.

Voorbeelden van negatief gedrag:

  • Negatief uitlaten over het bedrijf of collega’s
  • Onbeleefd of ongeduldig gedrag naar klanten
  • Afspraken niet nakomen of structureel te laat komen
  • Saboteren van of afzijdig houden tijdens overleggen
  • Weigeren om werk uit te voeren
  • Roddelen en onrust zaaien
  • Niet voldoen aan veiligheidsvoorschriften of procedures

Wat de vorm ook is: het verpest de sfeer en vraagt om actie.

Waar komt een negatieve houding vandaan?

Voor je in actie komt, is het slim om te achterhalen waar het gedrag vandaan komt. Zie het als een auto die niet meer start: je moet eerst onder de motorkap kijken voor je het oplost.

Mogelijke oorzaken zijn:

  • Privéproblemen: zorgen thuis kunnen zich uiten in frustratie op werk.
  • Ongemotiveerd voor het werk: iemand voelt geen connectie met de taken of het doel.
  • Functioneert niet goed: het werk is te moeilijk, of er zijn onvoldoende vaardigheden.
  • Voelt zich niet gewaardeerd: iemand doet z’n best, maar krijgt geen erkenning.
  • Copingmechanisme: iemand is teleurgesteld, gekrenkt of afgehaakt na kritiek of een werkconflict.
  • Negatief karakter: sommige mensen zijn van nature negatief, cynisch of wantrouwend.

Door te begrijpen waar gedrag vandaan komt, kun je effectiever bijsturen.

Onprofessioneel gedrag aanpakken

Als leidinggevende ben jij degene die het gedrag moet signaleren en aanpakken. Volg deze stappen om dat op een duidelijke, professionele én respectvolle manier te doen.

1. Bereid je goed voor

Bedenk vooraf wat je doel is. Wil je dat het gedrag stopt? Dat iemand zich anders opstelt naar collega’s of klanten? Verzamel concrete voorbeelden van het ongewenste gedrag. Het liefst uit eigen waarneming, niet via-via. Ga ook na of het gedrag nieuw is en wat er eventueel veranderd is.

Voorbeeld: je hoort van collega’s dat monteur Peter steeds vaker te laat is en onbeleefd tegen klanten doet. Je kijkt de komende week bewust mee en ziet het zelf ook. Drie keer te laat, twee klachten van klanten en een snauw naar een collega.

2. Kies het juiste moment en ga één-op-één in gesprek

Plan een rustig moment in voor een gesprek. Kies daarvoor een neutrale ruimte waar je ongestoord kunt praten. Geen wandelgang of koffiehoek. Spreek vanuit de ik-vorm, houd emoties en veroordelingen buiten de deur en blijf feitelijk.

Voorbeeld: “Peter, ik wil even iets met je bespreken. Ik zie dat je deze week drie keer te laat kwam en dat we twee klachten van klanten kregen over je houding. Dat baart me zorgen.”

3. Leg uit wat het effect is

Onprofessioneel gedrag heeft gevolgen. Leg die uit. Voor het team, voor klanten en voor de organisatie. Dat maakt het concreet en geeft context.

Voorbeeld: “Als jij later komt, moeten anderen het opvangen. En wanneer je je onprofessioneel gedraagt tegen klanten, kiezen ze de volgende keer voor de concurrent. Dat zorgt voor frustratie, klantverlies én een slechtere sfeer.”

4. Check of de boodschap landt

Vraag of iemand begrijpt wat je bedoelt. Laat ruimte voor een reactie. Soms is iemand zich er niet van bewust dat zijn gedrag zo overkomt.

Let daarbij wel op je non-verbale communicatie. Ga bijvoorbeeld niet met je armen over elkaar zitten en met een frons op je gezicht, maar neem een open houding aan die laat zien dat je de ander niet veroordeelt.

Voorbeeld: “Begrijp je waarom dit voor mij en het team een probleem is?”

5. Vraag naar de oorzaak

Geef ruimte om te vertellen wat erachter zit. Misschien speelt er iets waar je rekening mee kunt houden. Luister, vat samen en vraag door om ook het verhaal achter het verhaal te ontdekken.

Voorbeeld: “Is er iets waardoor dit gedrag is ontstaan? Speelt er iets wat ik moet weten?”

6. Geef aan wat je wél wilt zien

Maak helder welk gedrag je verwacht. “Meer je best doen” is daarbij te vaag. Zeg precies wat je verwacht anders te zien.

Voorbeeld: “Ik wil dat je op tijd bent, klantgericht communiceert en collega’s met respect behandelt.”

7. Maak afspraken

Spreek duidelijk af wat jullie verwachten van elkaar. Wat wil je niet meer zien? Wat juist wel? En zeker ook: hoe kun jij helpen? Vraag wat de medewerker van jou nodig heeft om zijn gedrag te veranderen. Laat zien dat je het probleem samen wilt oplossen.

Voorbeeld: “We spreken af dat je de rest van de maand elke dag op tijd bent, beleefd bent tegen klanten en collega’s. Wil je dat ik je help met time management of gesprekken met klanten oefenen?”

8. Plan een evaluatiemoment

Stel een concrete datum voor om te bespreken hoe het gaat. Zo houd je elkaar scherp en laat je zien dat het niet vrijblijvend is.

Voorbeeld: “Laten we over twee weken samen kijken hoe het gaat. Dan hoor ik graag wat er lukt, en waar je eventueel nog hulp bij nodig hebt.”

Ontslag door onprofessioneel gedrag

Kan het zover komen dat je iemand ontslaat? Ja. Maar dat gaat niet zomaar. Volgens de wet moet je onprofessioneel gedrag goed kunnen onderbouwen en aantonen dat je als werkgever alles hebt gedaan om verbetering mogelijk te maken. Denk aan gesprekken, verbeterplannen en begeleiding.

Negatief gedrag voorkomen

Voorkomen is beter dan genezen. Als je dit goed doet, voorkom je gedoe in de toekomst.

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Regelmatig inchecken: hoe gaat het op het werk en privé?
  • Zichtbaar zijn op de werkvloer: wees aanspreekbaar en betrokken
  • Waardering uitspreken: een compliment op z’n tijd doet wonderen
  • Heldere verwachtingen: voorkom frustratie door duidelijke afspraken
  • Voldoende uitdaging en groei: niemand wordt blij van eindeloos hetzelfde werk moeten doen

Meer leren over leidinggeven?

Leidinggeven is dynamisch, uitdagend en niet alleen maar leuk. Omgaan met negatief gedrag en een onprofessionele houding hoort er soms ook bij. Zowel op de werkvloer als op kantoor.

Wil je het vak leidinggeven nog beter onder de knie krijgen? Dan is de training Praktisch leidinggeven op de werkvloer iets voor jou. Werk je in een kantooromgeving? De training De effectieve leidinggevende is dan bij uitstek geschikt voor jou.

Start je binnenkort in een leidinggevende functie? Of ben je benieuwd of leidinggeven bij jou past? Bereid je voor met deze whitepaper.

Download whitepaper